Mensen die laaggeletterd zijn, lopen tegen dit soort dingen aan, omdat zij de Nederlandse taal niet goed kunnen lezen, schrijven en/of spreken. In Den Haag is naar schatting een kwart van de inwoners laaggeletterd. Zo´n 100.000 Hagenaars hebben moeite met de Nederlandse taalvaardigheid. Bibliotheek Den Haag organiseert activiteiten en bijeenkomsten, vaak in samenwerking met partners, om inwoners op weg te helpen.
Het Taalhuis in de Centrale Bibliotheek is een spin in het web als het gaat om dit onderwerp: enthousiaste taalvrijwilligers helpen daar mensen om de Nederlandse taal beter te leren spreken, lezen, schrijven en begrijpen. Zij geven advies over taalcursussen, beantwoorden praktische taalvragen en het Taalhuis adviseert professionals en taalvrijwilligers over laaggeletterdheid.
‘Onze doelgroep is
vrij moeilijk te bereiken.’
In 2019 was het Taalhuis 5 jaar in bedrijf. Réka Deuten-Makkai werkte er zelf als vrijwilliger en is nu programmaleider publieksdiensten bij de bibliotheek. Vanuit deze functie regelt zij alles rond het Taalhuis en ze draait nog steeds regelmatig diensten om feeling te houden met de bezoekers: ‘Als mensen een vraag hebben over hun ontwikkeling, taal in dit geval, is het heel belangrijk dat ze naar een herkenbare plek kunnen, een aanspreekpunt hebben.
Onze doelgroep is vrij moeilijk te bereiken. Juist daarom moet je in de lange termijn investeren. Toen we begonnen, verwezen we misschien 250 mensen door. Nu zitten we al op 1000 per jaar. Daarnaast lopen dagelijks veel mensen binnen. Zij maken hun huiswerk, oefenen op de computer of hebben (taal)vragen.’
‘Het Taalhuis biedt een adviespunt waar mensen makkelijk terecht kunnen, maar ook begeleiding. En belangrijk, zonder verplichting. Dat maakt het leuk en toegankelijk denk ik. We kijken eerst naar de individuele behoefte en proberen mensen dan verder te helpen, er is er geen standaardprocedure.
Bij onze doelgroep kun je dat nauwelijks doen door de diversiteit. Iedereen heeft een ander probleem dat anders aangepakt moet worden. Zo denken de vrijwilligers ook, out of the box. Ze zetten hun netwerk in en gebruiken hun fantasie om mensen zo goed mogelijk te helpen.’
Belangrijk is het culturele aspect dat je onbewust meekrijgt met taal, vertelt Réka.
Segregatie is in Den Haag vrij sterk aanwezig en onderdeel van dat probleem is laaggeletterdheid bij mensen die Nederlands als tweede taal hebben. Taal is namelijk ook contact maken met je omgeving en met een cultuur. Je komt zo achter ongeschreven regels in omgangsvormen en ontdekt wat gebruikelijk is in een land.
Het eerste moment dat mensen in het Taalhuis komen, is direct een ontmoeting met de ander, met die cultuur. ‘De Nederlandse maatschappij is erg georganiseerd en op regels gestoeld. Dat is een verschil met veel andere landen. Een geletterde ziet het hele plaatje, weet de voor- en nadelen, kent alle regels: omdat hij leest. Iemand kan beslissen over te stappen naar een andere zorgverzekeraar als dat beter is bijvoorbeeld.
Als je de taal niet beheerst, kun je niet goed lezen en dat maakt bang. Je krijgt bijvoorbeeld een brief van de Belastingdienst en volgt niet wat er aan de hand is, met alle gevolgen van dien. Belangrijk is dus dat mensen niet alleen de grammaticale regels leren, maar dat het verder gaat, dat iemand echt de voordelen van goede taalbeheersing kan ervaren in zijn dagelijks leven. Zo ontwikkel je vertrouwen.’
Farshid Moghaddan had deze ervaring. Hij kwam als expat naar Nederland en volgde in het Taalhuis en in andere bibliotheken taallessen: ‘Dat helpt me ook met inburgeren.
Het sociale contact is belangrijk. We nemen koekjes mee en kletsen over van alles. Ik heb vrienden gemaakt, die wil ik blijven zien. “Jouw advies was goed”, zeg ik nu tegen mijn buurman, in het Nederlands. Zonder het Taalhuis had ik dat niet gekund, de bibliotheek heeft mij geholpen de taal te leren.’
‘We nemen koekjes mee en kletsen over van alles.’
Het Taalhuis is onderdeel van een taalnetwerk en werkt samen met taalaanbieders in de stad, belangrijk in het bereiken van en de hulp aan mensen. Een mooi voorbeeld is de Taalkaravaan, die eind september 2019 door de wijken trok en neerstreek op drukke plekken, onder andere bibliotheek Transvaalkwartier. Met een taalshow probeerde de Taalkaravaan mensen die nog moeite hebben met de Nederlandse taal op een enthousiaste manier te bereiken.
Aandacht vragen voor laaggeletterdheid deed het Taalhuis afgelopen jaar ook speciaal bij medewerkers van de gemeente Den Haag met de workshop Herken jij laaggeletterdheid? Deelnemers kregen tips over herkenning en doorverwijzen. De bijeenkomst was binnen een mum van tijd volgeboekt en krijgt een vervolg.
‘Zie die ander staan,
durf hem of haar aan te spreken.’
‘We hopen natuurlijk dat mensen ons steeds beter weten te vinden’, vertelt Réka. De zichtbaarheid van het Taalhuis vergroten, blijft dus altijd een belangrijk aspect van het werk. Ook is het de bedoeling in te zetten op nog meer bewustwording van laaggeletterdheid bij bibliotheekmedewerkers en intensivering van het aanbod.
Onder andere uitbreiding van de DigiTaalpunten hoort daarbij, want vaak gaan problemen met de taal hand in hand met minder goed ontwikkelde computervaardigheden. Allemaal vanuit het idee dat je altijd wel iets kunt ondernemen om de afstand te verkleinen en mensen te bereiken: ‘Zie die ander staan, durf hem of haar aan te spreken. Dat doen wij in het Taalhuis. Of neem iemand bij de hand en word taalvrijwilliger. Een persoon opmerken en een gesprek aanknopen: daar begint het.’